Deze Merlot wijn ‘Créa’ werd gevinifieerd met de beste druiven van de wijngaarden, meest geschikt voor de teelt van dit Merlot druivenras. De naam verwijst naar de klei (créa, in het lokale dialect) die de bodem van deze wijngaard aan de voet van Monte Brione kenmerkt.

Gebruikte druivensoort Merlot met toevoeging van 2% Cabernet Franc. Een beperkte productie van (afgerond) 4.000 flessen van 0,75 liter en 30-tal magnums.

Een compacte en consistente robijnrode wijn.

In de neus onthult de wijn zich in een fascinerende en elegante verweving van geurige nuances, variërend van hints van wilde bessen (framboos, bosbes, braam) en pruimen, cacao en zoethout, typisch voor Merlot, tot meer kruidige hints van kruidnagel, peper, menthol en vanille, verrijkt door rijping op hout.

De smaak komt met autoriteit en volheid in de mond, en benadrukt het evenwicht tussen de tannines, die hem structuur geven zonder zijn grote elegantie te verstoren, de mooie zachtheid, de aangename frisse ader die erdoorheen loopt, en de persistentie van aroma’s en smaken. Om te evolueren, maar ook reeds onmiddellijk schitterend.

Aanbevolen foodpairing:

• Geroosterd en gestoofd rood vlees
• Wildgerechten
• Harde kazen.

Te serveren bij voorkeur op 18 °C, in grote glazen.

De wijngaard

Gebieden om de Merlot druiven het best te laten rijpen, met name de hellingen van Monte Brione. Vornamelijk zuidgeoriënteerde gebieden die genieten van vele uren licht en optimale microklimatologische omstandigheden.

Bodemtype Zware bodems met een gemiddelde textuur, echter gekenmerkt door een hoog kleigehalte en neigend naar kalk. Er wordt gebruik gemaakt van het Guyot-geleidingssysteem. De productie situeert zich rond de 70 à 80 kwintaal druiven per hectare.

Het wijnmaken

De druiven worden rond 22 september met de hand geoogst, waarbij de trossen worden geselecteerd. Trossen die niet perfect rijp zijn, worden uitgesloten. De onbeschadigde druiven werden in kleine recipiënten gedaan en snel naar de kelder vervoerd.

De druiven werden onmiddellijk ontsteeld. De alcoholische gisting vond plaats in speciale stalen vaten bij een temperatuur van ongeveer 23 °C met maceratie op de schillen gedurende 10 dagen.

Medio januari, aan het einde van de malolactische gisting en en na een paar decanteringen, wordt de wijn in barriques en tonneaux van voornamelijk Frans eiken geplaatst om te rijpen. De wijn werd geblend op kort nadien en gebotteld op in februari of maart eropvolgend. De botteling wordt gevolgd door ten minste 18 maanden flesrijping.

Analytische gegevens (met variaties mogelijk, afhankelijk van het oogstjaar):

• alcoholgehalte 13,81% vol.
• suikers 0,4 g/l.
• totaal droog extract 28,9 g/l.
• totale zuurgraad 5,35 g/l.
• pH 3,58.
• bevat sulfieten